De Oproep

Waren ze gastarbeiders of dwangarbeiders?

Tijd voor een nieuwe benaming

"Gastarbeiders??? Het waren toch dwangarbeiders?" Nou, daar valt wel wat over te zeggen.

mannen voor een barak in woonkamp Ostswine

Officieel gingen alle tewerkgestelden die voor juni 1943 vertrokken vrijwillig. Ze waren werkloos, boventallig geworden bij hun baas, of hun bedrijf had helemaal opgehouden te bestaan. Er zat een uitgekiend plan achter. In juni '43 moesten alle 19- tot 23-jarige mannen zich melden. Maar ook toen hadden de tewerkgestelden nog allerlei rechten, van loon en sociale voorzieningen tot vakantiedagen. Ze mochten het terrein van hun woon- en werkkamp af en maakten er het beste van. Met de grote razzia's van 1944 was de schijn van vrijwilligheid wel verdwenen.

Maar voelden Leen en zijn lotgenoten zich vrijwilligers? Nee, de meeste niet. Ze hadden geen keus gehad, vonden ze zelf. Georganiseerde hulp aan onderduikers bestond ten tijde van hun vertrek nauwelijks. Zonder werk, zonder identiteitsbewijs, zonder voedselbonnen konden ze geen kant op - behalve naar Duitsland. Toch werden ze bij terugkeer in Nederland juist op hun 'keuze' aangesproken. "Waarom bent u niet ondergedoken?" kregen ze als verwijt te horen.

Daar komt nog bij dat de term dwangarbeiders nog voor een andere groep wordt gebruikt. Arbeiders in strafkampen worden ook dwangarbeiders genoemd. Zij deden vaak zwaar of ongezond werk, kregen niet betaald en woonden in kampen met prikkeldraad en bewakers eromheen. Om deze twee groepen uit elkaar te houden, zou het nuttig zijn om een andere term te gebruiken voor de tewerkgestelden. En wat is er dan logischer dan een begrip dat in de tijd zelf al werd gebruikt: gastarbeider.